Veere Dronk

Camping De Zandput

 

Camping De Zandput

Vroondijk 9
4354NN Vrouwenpolder

 

Een camping die van 1942 tot 1994 gevestigd was aan de Vroondijk 9 in Vrouwenpolder - een voorloper van De Zandput (3).


Geschiedenis

1942
Marinus Jacob de Vlieger

In 1942 opent Marinus Jacob de Vlieger een kampeerterrein aan de Vroondijk 9 in Vrouwenpolder. In de loop der jaren wordt het kampeerterrein een camping die op enig moment de naam De Zandput krijgt. Dan is er inmiddels ook een kantine, die vermoedelijk gerund wordt door M. Luteijn. In april 1963 plaatst deze een personeelsadvertentie waarin hij "meisjes om te serveren" vraagt. In 1968 krijgt de camping een nieuwe kantine. Vanaf 1970 is er sprake van een bar-restaurant, die wordt gerund door Fien Luteijn (zie verder bij De Zandput (2)). In 1994 worden zowel camping als restaurant verkocht aan Roompot Recreatie Beheer.


Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op Camping De Zandput/foto's


Naamgeving

Bijzonderheden

Henny Roozemond was één van de medewerkers in de kantine. Later is ze samen met echtgenoot Hans van Lit te vinden in De Rode Lantaarn en The Scotch Inn in Vlissingen.

Mooie verhalen

Campinghouder met haar op de tanden

Uit de PZC d.d. 3-10-1972:
"De kwistig over het terrein verspreide gebods- en verbodsbordjes maken duidelijk wie er op camping 'De Zandput' de baas is. Enkele opschriften: verboden voor honden, honden aan de lijn, geen radio, speelgelegenheid - toegang tot 15 jaar, om 21 uur gesloten. Het is wel duidelijk: wie niet naar De Vlieger zijn pijpen danst, vliegt er zo uit. Zonder pardon! Een paar jaar geleden stelde de campingeigenaar nog de eis dat jongelui in en caravan 's avonds het licht aan en de gordijnen open moesten houden. Vandaag de dag is deze regel van het kampreglement geschrapt. Het voorschrift heeft geen zin meer: De VLieger laat individueel kamperende jongelui niet meer toe.

Dertig jaar geleden herbergde De Vlieger al kampeerders op zijn terrein: de tenten stonden toen in een hoekje van de wei. "Ik had toen twintig, dertig gezinnetjes. Er stonden twee auto's. De rest kwam op de fiets". Wie nu op De Zandput komt moet flink doorstappen om in één uur tijd het hele terrein te kunnen bekijken. Want de camping strekt zich uit over een oppervlakte van 13 hectare. "Als ik wil kan ik uitbreiden", zegt De Vlieger. "Ik heb nog meer grond. Maar ik doe het niet. Het is groot genoeg. Anders is de zaak niet meer te overzien".
En De Vlieger wil graag de zaak blijven overzien. Hij wil zien of iedere automobilist zich inderdaad ook aan die snelheid van vijf kilometer houdt en hij wil zien of de gasten zich aan de consignes houden ten aanzien van het kamperen. "Ik heb op verschillende plaatsen insteekhaventjes gemaakt voor auto's. Van daaruit moeten ze dan maar hun spulletjes dragen naar de plaats die ik heb aangewezen. Maar dat doen ze niet. Nee, ze rijden diep het veld in. En dat is ten strengste verboden. Heel je terrein gaat er op die manier aan. In zo'n geval ga ik er naar toe en dan zeg ik: meneer, u bent geen goede kampeerder. U hebt niet goed geluisterd. Inladen en afreizen maar".

Geheel tegen de verbodsbepalingen in wordt toch op veel plaatsen in de caravan naar de radio geluisterd. Stiekem, net zoals je in de bezettingstijd naar radio Oranje luisterde. De Vlieger: "Je hebt altijd mensen die nooit zonder muziek kunnen. Goed, ze kunnen voor mijn part best even naar de berichten luisteren. Maar dan moet het ook uit wezen. Ik wil geen muziek op mijn terrein. Als je er aan toegeeft krijg je zo'n herrie dat je als vakantieganger beter in de stad had kunnen blijven. Ik moet wel streng zijn anders ben ik verloren. Je hebt bijvoorbeeld mensen die al jaren komen. Dat worden dan beste vrienden. Maar op een gegeven moment gaan ze toch met je leuren. Als ik dat merk stuur ik ze weg".
Alleen kamperende jongelui komen er bij De Vlieger niet meer op. "Er zijn natuurlijk wel goeie jongens en meisjes bij", geeft hij toe. "Maar de een sleept de ander mee. Die gaan dan om twaalf uur naar het strand. En dat terwijl het om elf uur algemene stilte is. Zo wekken ze het hele terrein. En als ze dan tegen een uur of twee, drie terug komen, maken ze de zaak nog eens een keer wakker. Ik heb geen zin om er met een zaklantaarn achter te blijven lopen en alsmaar te zeggen: willen jullie stil wezen. En dan is het nog zo dat wanneer je een paar van die lui wegstuurt, prompt de anderen tegen je krijgt. Dat merk je wel de volgende dag. Als alle bordjes zijn uitgetrokken of omgedraaid. Nu blijven de bordjes staan. En mijn strandhuisjes worden ook niet meer open gebroken. En de gezinnen klagen ook niet meer. Dus komen er geen jongelui meer op mijn terrein. Ik heb het nog eens gehad dat ik ontdekte dat er een heleboel jongelui bij elkaar sliep. Ik heb toen tegen een stuk of zestig gezegd: afreizen. En ik heb voor twee jaar de kampkaart ingetrokken. Maar de ANWB gaf de kaart na tien dagen al weer terug.
Nee, De Vlieger heeft het niet begrepen op die samen slapende jongelui. "Ze denken zeker dat alle problemen op die manier op te lossen zijn. Nou, niet op mijn terrein hoor".

In het voorbije slechte seizoen - 25 procent minder inkomsten dan vorig jaar zegt De Vlieger - heeft de campingeigenaar veel ontevreden klanten gehad. "Als het goed weer is hoor je nooit iemand. Maar als het slecht weer is beginnen ze te zaniken. Ik zeg dan altijd maar: ja mensen dat grote lek daarboven kan ik ook niet stoppen".
Als De Vlieger zelf met vakantie gaat, gaat hij niet in een caravan zitten. "Ik zou nooit op een camping willen staan", zegt hij oprecht. "Ik wil een echte vakantie hebben. Ik kruip in een hotel. En ik ga eten en slapen waar ik wil".

Externe links

Bronnen