Veere Dronk

De Viking

 

De Viking

Joossesweg 35
4361 KG Westkapelle

0118 561687
infodeviking.com.
Website
Facebook

 

Een café-restaurant-cafetaria aan de Joossesweg 35 in Westkapelle.

Geschiedenis

1963
Maatschappij voor recreatiebouw Francois en Vogels V.O.F.

In juni 1963 opent Maatschappij voor recreatiebouw Francois en Vogels V.O.F. uit Zevenhoven paviljoen De Viking aan de Joossesweg 35 in Westkapelle - de maatschappij blijft acht maanden eigenaar van het paviljoen.

1964
H. Janvier en A. Konings

In maart 1964 wordt H. Janvier de nieuwe eigenaar van De Viking - hij exploiteert de zaak samen met A. Konings en echtgenote. Het echtpaar Konings stapt in 1968 uit en Janvier stopt met De Viking in 1973.

1973
Piet de Kam en Mieneke de Kam-Brasser

Op vrijdag 20 april 1973 heropenen Piet en Mieneke de Kam De Viking - zij blijven in de zaak tot 1989.

1989
André Riemens en Wendelien Riemens

Vanaf maart 1989 zijn André en Wendelien Riemens de nieuwe eigenaren van De Viking - zij vertrekken in 2002 naar In den Walcherschen Dolphijn.

2002
Wim Stroo en Gonny Stroo

In 2002 komen Wim en Gonny Stroo in De Viking - zij zitten anno 2017 nog steeds in de zaak.

Foto's

Meer afbeeldingen zijn te vinden op De Viking/fotos.


Naamgeving

Bijzonderheden

  • Piet de Kam opent later de eerste vestiging van McDonald's in Zeeland, te weten in Middelburg
  • Andre Riemens zat eerder in Im Weissen Rössl in Vlissingen.

Mooie verhalen

Debora Saman schrijft op het weblog Life by Dean:

De appel valt niet ver van de boom

Ik ben geboren boven een café in Vlissingen. Een prachtig groot pand en elke keer wanneer ik er langs kom denk ik “hier liggen mijn horecawortels” maar riep ik niet altijd “ik ga de horeca niet in”

De boom

Ik kom uit een echte horeca-familie. De ouders van mijn vader hadden een pension met café in Vlissingen en de vader van mijn moeder had klein café in Middelburg. De horeca is mij dus met de paplepel ingegoten. Mijn moeder gaf mij de fles terwijl mijn vader al volop biertjes en moppen tapte aan de bar. Wanneer mijn broer en ik sliepen ging ook zij aan het werk in het cafe. Ik heb verder weinig herinneringen aan die tijd want mijn ouders verkochten het café toen ik vier jaar was.

Een kinderspeelparadijs

In Westkapelle kochten mijn ouders een veelzijdig horecabedrijf bestaande uit een restaurant, bar, disco, frituur, midgetgolf, speelhal, trampolines en botsauto’s kortom een waar speelparadijs voor mij en mijn broer om op te groeien. Dat mijn ouders altijd aan het werk waren hoorde daar nu eenmaal bij en gelukkig woonden we bij de zaak dus ze waren er wel altijd voor ons. Vriendjes en vriendinnetjes van school kwamen graag bij ons spelen en terwijl zij in de zomervakantie weg gingen speelde ik juist met kinderen die op vakantie kwamen. Ik heb er vriendschappen aan over gehouden die tot op de dag van vandaag nog standhouden.

Een grote familie

De bar was mijn plek, ik maakte er mijn huiswerk, kletste wat af met het personeel en we aten er altijd gezamenlijk. Ook al waren mijn ouders altijd aan het werk zo voelde het niet. Het voelde alsof ik één grote familie had. Ik ging naar het strand met de jongens uit de frituur, naar de kermis met iemand uit de keuken en paardrijden met een meisje uit de bediening. Iedereen stond voor me klaar en hielp wanneer dat nodig was. Het was als vanzelfsprekend dat ik ook mee zou gaan helpen in de zaak wanneer ik oud genoeg was.

Wanneer mijn moeder mij naar bed had gebracht zat ik vaak stiekem vanuit het badkamerraam nog naar buiten te kijken. Ik was nieuwsgierig of het druk was, of er nog kinderen op de trampolines aan het springen waren en wie er allemaal nog aan het werk waren. Op een enkele keer na ging ik uiteindelijk wel braaf slapen.

De appel

Ik was negen jaar oud toen ik ijsjes mocht gaan verkopen. Geweldig vond ik het bij de grote jongens in de frituur. Nog gelukkiger werd ik het jaar erop toen ik mocht gaan serveren bij het ontbijt. De Duitste gasten vonden het geweldig dat ik hen kwam bedienen en vloeiend Duits sprak. Dat merkte ik ook in mijn portemonnee door de goede fooien die ze gaven. Een leuke bijkomstigheid die er voor zorgde dat ik ook graag 's avonds wilde gaan werken. Vanaf mijn twaalfde draaide ik volledig mee in de bediening. Het liefst liep ik in de serre met mijn zwarte kokerrok, witte blouse en jaja zo’n ouderwets klein wit schortje. Ik keek op tegen mijn collega’s en deed het met veel plezier. Toch riep ik steevast tegen iedereen “ik ga de horeca niet in, ik ga studeren”

Het is dus iets anders gelopen, benieuwd hoe?

Externe links

Bronnen